De uitgangspunten waarop de ramingen in de Begroting 2018-2021 zijn gebaseerd zijn geformuleerd in de Financiële kadernota 2018, onderdeel van Voorjaarsnota 2017. Hieronder worden de belangrijkste begrotingsuitgangspunten in het kort nogmaals weergegeven.
Uitgangspunt is om naast de gegevens uit de Begroting van 2017-2020 alle structurele financiële effecten voortkomend uit de raadsbesluiten tot en met april 2017 alsmede de Voorjaarsnota 2017 mee te nemen. Daarnaast liggen de volgende uitgangspunten ten grondslag aan deze begroting.

Rekening

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Inwoners en woonruimte:

1.

Inwoners

39.299

39.150

39.200

39.400

39.550

39.860

2.

Woonruimten

17.457

18.029

18.079

18.229

18.329

18.579

Financieel:

3.

Prijsniveau (inflatie)

0,00%

0,00%

1,50%

1,50%

1,50%

1,50%

4.

Rente% kort geld

-0,10%

-0,30%

0,00%

0,25%

0,50%

1,00%

5.

Rente % lang geld

1,00%

1,00%

1,00%

1,50%

2,00%

2,00%

6.

Rente % beleggingen

0,00%

0,00%

0,00%

0,25%

0,50%

1,00%

7.

Rente % eigen financieringsmiddelen (algemene reserve)

1,50%

1,50%

1,50%

1,50%

1,50%

1,50%

8.

Rente % eigen financieringsmiddelen (bestemmingsreserve en voorzieningen)

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

9.

Rente-omslagpercentage

1,75%

1,75%

1,50%

1,50%

1,50%

1,50%

10.

Belastingen, tarieven en leges

1,50%

1,50%

1,50%

1,50%

1,50%

1,50%

11.

Subsidies

0,00%

0,00%

1,50%

1,50%

1,50%

1,50%

Personeel en organisatorisch:

12.

Loonkostenstijging

1,50%

1,50%

3,00%

1,50%

1,50%

1,50%

13.

Productieve normuren per formatieplaats per jaar

1.425

1.425

1.425

1.425

1.425

1.425