Algemeen

Het eigen vermogen van de gemeente bestaat uit de reserves en het resultaat na bestemming volgend uit de programmarekening. De reserves worden onderscheiden naar Algemene reserves en bestemmingsreserves.

De Algemene reserve is dat deel van het eigen vermogen waaraan geen specifieke bestemming is gegeven. Deze reserve dient in de eerste plaats als weerstandscapaciteit voor de risico’s die de gemeente loopt. Een tweede doel is het genereren van renteopbrengsten ter dekking van de exploitatie. Ten slotte kan deze reserve dienen voor de dekking van incidentele uitgaven.
Deze reserve heeft dus een algemene bufferfunctie en is daarom vrij aanwendbaar.

Een bestemmingsreserve is een reserve waaraan de gemeenteraad een bepaalde bestemming heeft gegeven. Deze zijn bewust ingesteld voor een bepaald doel en hebben daarmee een expliciet bestedingskarakter. Het is mogelijk de eenmaal gegeven bestemming te wijzigen. Bestemmingsreserves zijn evenals de Algemene reserve in principe daarom vrij aanwendbaar.

Voor het doel van de ingestelde bestemmingsreserves verwijzen we naar de Nota Reserves en Voorzieningen, die onlangs is vastgesteld.

Het verloop van de ingestelde reserves is als volgt. Hierbij is nog geen rekening gehouden met de eventuele positieve uitkomsten van de grondexploitaties zoals in paragraaf G is opgenomen.