Context en achtergronden
2. Beleidsuitgangspunten
Het ruimtelijke beleid van de gemeente richt zich onder andere op het herinrichten van de openbare ruimte naar een meer klimaatbestendige duurzame leefomgeving voortvloeiend uit de herontwikkeling en/of herstructurering van bestaande gebieden.
Voor gewenste ruimtelijke ontwikkelingen op privaat terrein stelt de gemeente Heemskerk zich faciliterend op. Dit heet publiek-private samenwerking ook wel faciliterend grondbeleid. Voor deze samenwerking kunnen onder meer anterieure overeenkomsten worden afgesloten vanwege kostenverhaal voor de herinrichting van de openbare ruimte waarin de onderstaande ambitie wordt meegenomen.
Het streven is om in 2050 een klimaatbestendige en water robuuste gemeente te zijn, waarin natuur en recreatie op een veilige manier gecombineerd zijn en waarin het openbaar groen een belangrijke component is om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen.
Bij sommige locaties is het wenselijk om actief grondbeleid toe te passen. Dit houdt in, dat de situatie kan ontstaan, dat de gemeente opstallen en/of gronden wenst te verwerven om uitvoering te kunnen geven aan haar ruimtelijk beleid. De gemeente Heemskerk kiest voor de optie om actief grond en opstallen te verwerven indien noodzakelijk, dit is strategisch grondbeleid. Slagvaardig handelen bij grondverwerving is belangrijk om uitvoering te kunnen geven aan ruimtelijk beleid.
Voor de complexen die de gemeente in exploitatie neemt is het uitgangspunt dat de grondexploitaties minimaal sluitend dienen te zijn. Dit neemt niet weg dat ruimtelijke belangen zodanig groot kunnen zijn dat wordt besloten om een verliesgevende exploitatie te starten. Bij een geprognosticeerd verlies op een grondexploitatie dient direct een voorziening te worden getroffen ter grootte van dit volledige verlies conform het Besluit begroting en verantwoording (Bbv).
De grondexploitaties vallen onder de Vennootschapsbelastingplicht, hiervoor worden fiscaal grondexploitatie-overzichten opgesteld voor aangifte. Het resultaat van de in deze paragraaf verwachte toekomstige resultaten zijn exclusief 25% vennootschapsbelasting.